Archiv der Kategorie: Michele Gaspare Leone

ik ben hier!

oh God!

Berlijn is nog steeds de hoofdstad van Duitsland, een chaotisch eiland
> omringd door de illusie van orde. Een stad met een zeer brede onderlaag waar
> men zich met creativiteit en criminaliteit boven water houdt. Mij gaat het
> niet veel anders. Nadat ik het eerste half jaar in deze stad zonder
> kleerscheuren, zelfs zonder noemenswaardige problemen het leven geleefd heb
> nam ik de beslissing mijn job op te zeggen. Deels uit nieuwsgierigheid naar
> hoe kennissen zonder noemenswaardig inkomen het voor elkaar brachten een
> toch min of meer comfortabel leven te leiden, deels uit frustratie omdat het
> me altijd al voor de wind gegaan was en ik niet het gevoel had ergens al
> eens echt mijn doorzettingsvermogen te etableren, met uitzondering van het
> vinden van een job in Kaapstad, ondertussen toch bijna een decennium
> geleden. We spreken mei 2006, een maand later wordt de situatie financieel
> onhoudbaar, ik schrijf me in bij Wanted, een firma die films en series
> voorziet van figuranten en bij Timecrew, een soort interimfirma voor de
> horeca. Timecrew loopt vlot, vooral omdat het leuk en interessant is op
> plaatsen te komen waar de gewone sterveling niet gewenst is, China-Club
> bijvoorbeeld, een club voor Miljonairen, met een jaarlijks lidgeld van maar
> liefst tienduizend euro en de Deutsch Parlementarische Geselschaft aan de
> Rijksdag gelegen als ander voorbeeld, waar bepaalde Politici zich op kosten
> van de belastingbetaler vol hijsen en waar duister lobbywerk wordt bedreven.
> Ondergetekende was zo getuige hoe Lufthansa en DHL duidelijk maakten dat de
> nieuwe wetten rondom het functioneren van de luchthaven van Stuttgart niet
> naar hun zin waren. Ik heb het niet opgevolgd, zou ik eigenlijk, maar het
> heeft me voldoende aangekotst om Timecrew vaarwel te zeggen. Zeker als bleek
> dat van het genereuse drinkgeld geen kruimel aan de interimmers werd
> gegeven. Ondertussen had ik me kaal geschoren, wegens te weinig
> zelfvertrouwen in mijn eigen kapperskwaliteiten en geen zin er één te
> betalen. Een daad die me toevallig in de bovenste schuif van de
> figurantenfirma bracht. Na enkele achtergrondbeelden volgde een face to face
> met Moritz Bleibtrue, één van Duitslands rijzende sterren in zijn nieuwe
> produktie en kort daarop was ik zo´n zevenmaal vertegenwoordigd in GZSZ, de
> Duitse versie van Familie met een gemiddelde kijkcijfer van vijf miljoen.
> Tegelijkertijd kwam Johannes Leistner op de voorgrond, een would be
> filmmaker die een concept ingezonden had bij 100.000 euro-job, een
> initiatief van de Duitse Kultuurbond en waarbij hij vierduizend euro ter
> beschikking had gekregen om vier vijf mensen te vinden die zin hadden een
> kaffee in klassieke zin van het woord te openen en uit te baten en waar hij
> dan dat hele proces op film vastleggen zou. Drie maand hard  werken is alles
> zo ver dat de contracten getekend kunnen worden maar Johannes trekt zich
> terug. Ondertussen ben ik dakloos, daarvan uitgaand dat de locatie die we
> voor dit project huren wilden als overgangsruimte dienen kon. Gedemotiveerd
> trekken alle deelnemers zich terug om deze tegenslag te verwerken. Een half
> jaar duurt het vooraleer ik terug een fundament heb om op te bouwen, een
> half jaar ups en downs en vooral ver weg van de realiteit, of juist een
> overduidelijke exponent ervan. Een afwijking in mijn verstand houdt me ervan
> af een eigen kamer of flat te zoeken, goed wetende dat dit
> hoogstwaarschijnlijk leidt tot een kluizenaarsbestaan en complete stilstand.
> In plaats daarvan zoek ik een goedkope winkelruimte en half mei is het dan
> eindelijk zover. In de Manteuffelstrasse, Berlin Kreuzberg huur ik de dertig
> vierkante meter die me terug in de maatschappij katapulteren. Ik word
> langzaam terug ‚Sozialfähig’ en vind stap na stap het zelfvertrouwen en de
> levensvreugde die deze persoon definieren. De zelftherapie heeft vruchten
> afgeworpen maar financieel krijg ik de touwtjes nauwelijks aan elkaar. In de
> hoop aan de kust wat bijverdienen te kunnen trek ik naar Vlaanderen maar
> daar gooit het weer en valse verwchtingen roet in het eten. De situatie ziet
> er bijna hopeloos uit als ik terug in Berlijn aankom maar wordt snel
> rooskleuriger, eerst engageert men me om de beplanting en organisatie van
> een nieuw Indisch Restaurant op me te nehmen, kort daarop word ik geboekt
> voor de nieuwe film van Jan de Bont. De besprekingen met het restaurant
> leveren me de belofte dat ik voor tweeduizend euro de beplanting verzorg en
> tijdens dat gesprek ben ik onvoorzichtig en verraadt teveel geheimen van de
> horeca. Kort daarop wordt me klaar dat het vriendschappelijke theater is en
> de eigenaars geen bedoeling hebben hun beloften na te komen. Dit vermoeden
> wordt een paar dagen later bevestigd. Tot overmaat van ramp gaat de
> produktie van de jandebont-film in vereffening en zie ik nogmaals inkomsten
> door de neus geboord. Twee andere filmdagen houden me net boven water, maar
> de huur wordt een probleem. De tegenslag van augustus keert zich in
> September, ik speel twee dagen produktieassistent voor een imagespot van
> Mercedes, voldoende om een maand huur te betalen, bekom een
> naaktfigurantenrol en twee gewone en kan groen leveren bij de bloemenwinkel.
> Dat heet: ergens in Berlijn klimop en bux verzamelen en die dan bij mijn
> ‚heler’ afleveren. Op zich een lucratieve verdienste, hoog uurloon, maar
> natuurlijk beperkt in omvang. Sinds begin september ben ik eindelijk
> tevreden met mijn literaire inspanningen, ik ontwaak bijna elke dag om acht
> en schrijf de eerste twee drie uren van de dag, als niets anders op het
> programma staat en ook de kwaliteit van het geschrevene beantwoord bijna aan
> mijn verwachtingen. Realistisch gezien moet volgende zomer haalbaar zijn.
> Zonder onverwachte gebeurtenissen ben ik volgende week ook zeker van vier
> nachtopnames wat een volgende huur betekent en donderdag ga ik aan de slag
> bij een callcenter, interessant, ware het niet dat ik daarvoor een
> zelfstandigenstatuut aanvragen moet en dat natuurlijk de nodige nadelen
> brengt. Komt daarbovenop dat de uitbetaling van deze arbeid maar liefst drie
> maand op zich laat wachten. Wat zou het, vanaf februari gaat het me dus
> terug goed. Tenslotte hangen nog verschillende dingen in de lucht, assistent
> bij een klein camerateam, extra´s voor www.sagecars.de , chauffeur bij GO!,
> een expeditiebedrijf en natuurlijk verschillende projecten waaronder mijn
> winkeltje. Het einige waar ik me momenteel nog de kop over breek is hoe men
> zonder vaste inkomsten een auto koopt, maar dat lukt me wel op de één of
> andere manier, moet ook wel als ik de produktiviteit in de hoogte drijven
> wil... Zo, ik ben uitverteld, hoe zit het met jullie?

Ella

 

Tien voor twee was Elija aan de drie gapers. Op een blok arduin nam hij in kleermakerszit plaats. Hij rolde nog een sigaretje, waarschijnlijk de laatste voor een paar uur. Ella rookte niet en dronk geen alcohol dus dat zou hij de volgende uren ook niet doen. Toen viel zijn blik op het immense standbeeld van Leopold II. Niet meteen iemand die je kiest als patroonheilige voor een voor een relatie. Elija probeerde het niet als voorteken te zien. Geduldig wachtte hij op dat klein tenger meisje met haar roodbruine hond dat elke moment door de poorten van de drie gapers kon komen, of ook niet. De minuten kropen voor bij en het leek meer en meer ‚of ook niet‘ te worden. ‚eigen schuld‘ dacht hij. Hij had het niet voor nodig gevonden haar zijn GSM-nummer te geven noch had hij Ella laten weten dat hij bij zijn grootmoeder logeerde wat gelijk stond met een absoluut internetvrije zone. Waarschijnlijk had ze op Facebook al lang een berichtje gestuurd dat ze vandaag niet kon maar hij had pas morgen in Gent bij een vriend weer toegang tot het world wide web.

Twintig na twee keek hij voor het op de klok. Dat wordt niets meer. Weigerachtig al te vertrekken stak hij nog de capitulatiesigaret op. Miezelregen onderstreepte de helaasheid der dingen. Que sera, sera. De krop in zijn keel verdreef de zenuwen die Elija al sinds enkele dagen voor zijn vertrek naar Belgie had. Ella vertegenwoordigde dan wel alles wat hij niet meer wou: te jong, lange-afstandsrelatie. Maar ze is een gele mens naar Maya-Kalender, ze is knap en lief en was niet te vinden voor avontuurtjes. Met Elijas nieuwe job kon hij ook een week per maand naar de kust afreizen. Nu gleed de kans door zijn vingers haar vandaag te leren kennen, duidelijkheid te krijgen over wat dit alles betekent. Haar in vrede uit zijn gedachten te laten verdwijnen of hopeloos verliefd te worden. Morgen. Morgen is er internet. Morgen weet hij meer.

Als Elija de dag erop bij Jet aankwam wachtte hij geduldig en met spanning tot de laptop vrij was en logde in op zijn Facebookaccount. En inderdaad, Ella had hem geschreven dat ze last had van haar knie en wandelen er niet inzat, dat ze hoopte dat Elija dit nog tijdig lezen zou omdat ze zich anders VRESELIJK schuldig ging voelen. Elija bracht zijn vingers al in stelling om haar te laten weten dat hij er geen punt van maakte en ze zich zeker niet scchuldig moest voelen, dat er veel ergere dingen in het leven zijn. Toen merkte hij dat hij niet kon antwoorden. Ella had Elija gebokkeerd. De krop in de keel liet zich duidelijk voelen, zijn traanklieren bereidden zich al voor de opgebouwde afvalstoffen uit te scheiden. Waarom? Waarom had ze hem gebokkeerd? Waarom had ze hem de mogelijkheid genomen haar te leren kennen? Had ze angst voor zijn reactie? Onnodig! Schuldgevoel? Onnodig! Elija had al veel ergere dingen meegemaakt in dit was slechts een ontgoocheling meer in het rijtje. Dit kon er nog wel bij, jammer, maar als hij iets in zijn leven had geleerd was het kunnen omgaan met ontgoochelingen en pijn.

Natuurlijk had hij de behoefte haar te laten weten dat hij haar niets kwalijk nam, ze geen schuldgevoel moest hebben. Dat de Dentastix op haar hond wachtten. Hij wou het contact verderzetten, hij kon er zich niet zomaar bij neerleggen. Niet zonder slag of stoot opgeven. Elija had dan wel geleerd los te laten maar dit kwam toch wel heel verrassend. Er was eigenlijk nog niets om los te laten. Het verwarde hem. Een internetkennis die misschien veel meer zou kunnen zijn. Het enige wat Google uitspuugde was een al dan niet actieve twitteraccount. Honderdveertig tekens zijn genoeg om een link de wereld in te sturen.

De nacht bracht raad en dat is ook het geval voor Elija. De eenzaamheid en verveling tijdens de eerste nacht als nachtwaker na zijn Belgie-bezoek en het Ella-fiasco leidt zijn gedachten naar dingen die hij al lang wist maar vergeten was. De fixatie op één persoon creeert een tunnelblik. Alles gebeurt voor een reden en die reden was dat hij Ella niet mocht ontmoeten. Dat hij hoogstwaarschijnlijk smoorverliefd zou zijn geworden en zichzelf daarbij vergeten. Hij kan liefhebben, graag zien, maar verliefdheid is nefast. Zoals hij al maanden geleden heeft ontdekt is verliefdheid niets anders als het activeren van een patroon van gemis. Geloven dat iemand en enkel die persoon een leegte kan opvullen die elke mens zelf moet leren opvullen om niet in afhankelijkheid te verzeilen. Nah goed, Elijah had dan wel eerder op de dag een twitter richting Ella gestuurd en een pakje met Dentastix en een print van vorige text naar haar vermoedelijk adres gestuurd maar nu werd hem duidelijk dat hij er een streep moest onder trekken. Jammer, maar noodzakelijk voor zijn eigen bestwil. Wie weet, duikt ze wel ooit onverwacht nog eens op.

De Ella-Illusie diende om het Naatje-debacle te vergeten. Ella vergeten? Ok, als het moet… Maar slechts enkele uren nadat Elija aanvaard had dat hij Ella diende te vergeten kreunde hij onder een eruptie van al de pijn, elke ontgoocheling en elke afwijzing die hij in zijn leven moest ondergaan. De doos van Pandora was geopend, onder deze ster werd het hoofdstuk ‚Naatje‘ geboren.

No mercy, no regrets.

Wraak? Nee. Eerder een afrekening in het genre ‚Albanese Maffia meets Salman Rushdie‘.